Het woord staat in de Wiktionary3 korte fragmenten uit het WikiWoordenboek (Dit is een meertalig en vrij woordenboek waaraan iedereen kan meehelpen.)— Nederlands woord —- bambocheur n. Iemand die mateloos pierewaait, een boemelaar.
— In het Frans —- bambocheur n.m. (Vieilli) (Désuet) Marionnettiste.
- bambocheur n.m. (Familier) Celui qui a l’habitude de faire bamboche, de faire la fête.
6 Nederlandse woorden uit de Nederlandse definitieboemelaar die een Iemand mateloos pierewaait 11 vreemde woorden uit 2 buitenlandse definitiesbamboche Celui Désuet faire faire␣la␣fête Familier fête habitude Marionnettiste qui Vieilli 3 achtervoegsels (Nieuwe woorden gevormd door het toevoegen van een of meer letters aan het einde van het woord.)bambocheurs bambocheurtje bambocheurtjes 7 subwoorden (Woorden gevonden zoals ze binnen het woord zijn. Minimummaat van 3 letters.)ambo bam -eur heu heur mbo och Een anagram gevonden met een extra letter (Nieuw woord gevormd met de letter van het woord en een extra letter.)bambocheurs
Zie dit woord in een andere taalEnglish Français Español Italiano Deutsch Português
|