|
Lijst met woorden van 4 letters bevattend met •• Snelle modus Klik om een vierde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 20 woorden van vier letters bevattend met 2A en Iaait Aari alia amai aria baai gaai haai -iaan iaat kaai laai maai naai paai raai saai taai waai zaai 51 definities gevonden- aait — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aaien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aaien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aaien.
- Aari — n. (Taal) een taal die in Ethiopië gesproken wordt.
- alia — n. (Jiddisch-Hebreeuws) emigratie naar Israël. — n. (Jiddisch-Hebreeuws) het opgeroepen worden voor het lezen van de Tora.
- amai — tuss. Een uitdrukking van teleurstelling of verbazing.
- aria — n. (Muziek) een solo voor een zanger of zangeres binnen een opera.
- baai — n. Een landinwaartse uitstulping van een zee of oceaan. — n. Bepaald soort weefsel, flanel. — n. Bepaald soort krullende pijptabak.
- gaai — n. (Vogels) middelgrote, gewoonlijk vrij kleurrijke zangvogel… — n. (Sport) een houten klos die als doelwit gebruikt wordt bij…
- haai — n. (Vissen) kraakbenige roofvis. — n. (Scheldwoord) hebzuchtig, inhalig persoon (met een grote bek). — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van haaien.
- -iaan — Aanhanger, volgeling van de genoemde persoon. — (Demoniem) bewoner van de genoemde plaats, streek e.d.
- iaat — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van iaën. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van iaën. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van iaën.
- kaai — n. (Scheepvaart) kade, aanlegplaats. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kaaien. — w. Gebiedende wijs van kaaien.
- laai — n. (Verouderd) vlam, felle flakkering. — bijv. Fel brandend. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van laaien.
- maai — n. (Informeel) (dierkunde) made. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van maaien. — w. Gebiedende wijs van maaien.
- naai — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naaien. — w. Gebiedende wijs van naaien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naaien.
- paai — n. Vader. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van paaien. — w. Gebiedende wijs van paaien.
- raai — n. Grashalm, hennep. — n. Denkbeeldige, landmeetkundige lijn. — n. Straal van de zon of andere lichtbron.
- saai — bijv. Vervelend. — bijv. Oninteressant, eentonig. — n. (Textielindustrie) een soort wollen stof.
- taai — bijv. (Materiaalkunde) moeizaam en plastisch vervormend onder… — bijv. (Kookkunst) moeilijk te snijden, kauwen (van vlees). — bijv. (Figuurlijk) vasthoudend, moeilijk te breken (van personen).
- waai — n. Windvlaag. — n. Kruin van een boom. — n. Loof van groentes.
- zaai — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zaaien. — w. Gebiedende wijs van zaaien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zaaien.
Zie deze lijst voor:
| |