Lijst met woorden van 5 letters bevattend met ••• Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 18 woorden van vijf letters bevattend met 2A, F en Laflag aflak aflap aflas afsla afval alaaf alfa's faalt laaft lag␣af lak␣af lap␣af las␣af slaaf Slaaf sla␣af val␣af 38 definities gevonden- aflag — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afliggen.
- aflak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflakken.
- aflap — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflappen.
- aflas — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflassen. — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aflezen.
- afsla — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afslaan. — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van afslaan.
- afval — n. Onbruikbare resten die weggegooid worden. — n. Verlating van een persoon of overtuiging waaraan men eerder was toegewijd. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvallen.
- alaaf — tuss. Carnavalskreet.
- alfa's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord alfa.
- faalt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van falen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van falen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van falen.
- laaft — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van laven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van laven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van laven.
- lag␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afliggen.
- lak␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflakken. — w. Gebiedende wijs van aflakken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflakken.
- lap␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflappen. — w. Gebiedende wijs van aflappen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflappen.
- las␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van aflezen. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflassen. — w. Gebiedende wijs van aflassen.
- slaaf — n. Een persoon die het bezit is van een ander. — n. Iemand die geheel afhankelijk van iets of iemand is. — n. Ondergeschikte in een sadomasochistische relatie.
- Slaaf — n. Iemand die behoort tot één van de Slavische volken (in Oost-…
- sla␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afslaan. — w. Gebiedende wijs van afslaan. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afslaan.
- val␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvallen. — w. Gebiedende wijs van afvallen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvallen.
Zie deze lijst voor:
|