|
Lijst met woorden van 5 letters bevattend met ••• Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 18 woorden van vijf letters bevattend met 2A, F en Saflas afpas Afra's afsla afsta afwas alfa's las␣af pas␣af safar saraf slaaf Slaaf sla␣af staaf sta␣af tafa's was␣af 37 definities gevonden- aflas — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflassen. — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aflezen.
- afpas — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpassen.
- Afra's — eig. Genitief van Afra.
- afsla — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afslaan. — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van afslaan.
- afsta — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstaan. — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van afstaan.
- afwas — n. Het afwassen, het af te wassene. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwassen.
- alfa's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord alfa.
- las␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van aflezen. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflassen. — w. Gebiedende wijs van aflassen.
- pas␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpassen. — w. Gebiedende wijs van afpassen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpassen.
- safar — n. De tweede maand van het jaar in de islamitische kalender.
- saraf — n. (Jiddisch-Hebreeuws) bepaalde slang (5×: Num. 21:6, 21:8, Deut… — n. (Jiddisch-Hebreeuws) wezen met zes vleugels in de tempel (Jes. 6:2, 6:6).
- slaaf — n. Een persoon die het bezit is van een ander. — n. Iemand die geheel afhankelijk van iets of iemand is. — n. Ondergeschikte in een sadomasochistische relatie.
- Slaaf — n. Iemand die behoort tot één van de Slavische volken (in Oost-…
- sla␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afslaan. — w. Gebiedende wijs van afslaan. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afslaan.
- staaf — n. Een massieve langwerpige min of meer cilindervormige stang of balk. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van staven. — w. Gebiedende wijs van staven.
- sta␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstaan. — w. Gebiedende wijs van afstaan. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstaan.
- tafa's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tafa.
- was␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwassen. — w. Gebiedende wijs van afwassen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afwassen.
Zie deze lijst voor:
| |