|
Lijst met woorden van 5 letters bevattend met ••• Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 22 woorden van vijf letters bevattend met 2A, P en Safpas Gaasp Jaaps Kaaps paaps paars paca's papa's para's pas␣af pasar pasja pasta pata's slaap spaad spaak spaan spaar spaat tapas tapa's 40 definities gevonden- afpas — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpassen.
- Gaasp — eig. (Toponiem: rivier) rivier in Noord-Holland. — eig. (Toponiem: rivier) vroegere rivierarm van de Lek, ten zuiden…
- Jaaps — eig. Genitief van Jaap.
- Kaaps — bijv. (Demoniem) op de Kaap (Kaap de Goede Hoop) betrekking hebbend.
- paaps — bijv. (Religie) (pejoratief) rooms-katholiek, rooms.
- paars — n. (Kleur) diverse kleurschakeringen tussen blauw en rood. — n. Een voorwerp van paarse kleur. — bijv. (Kleur) een paarse kleur hebbend.
- paca's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord paca. — n. Meervoudsvorm als officiële benaming (knaagdieren) Cuniculus…
- papa's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord papa.
- para's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord para.
- pas␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpassen. — w. Gebiedende wijs van afpassen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpassen.
- pasar — n. (Nederlands-Indië) plaatselijke markt. — n. (Nederlands-Indië) terrein waar de markt wordt gehouden. — n. (Nederlands-Indië) dag binnen de vijfdaagse Javaanse kalender…
- pasja — n. Vroegere titel voor de hoogste Turkse ambtenaren.
- pasta — n. De benaming voor een aantal Italiaanse deegproducten. — n. Een moes van chocolade, pinda’s, noten enz., veelal gebruikt…
- pata's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pata.
- slaap — n. Periode van inactiviteit waarbij het lichaam tot rust komt. — n. Behoefte aan slaap. — n. (Anatomie) zijvlak van het hoofd tussen oog en oor.
- spaad — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spaden. — w. Gebiedende wijs van spaden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spaden.
- spaak — n. Een staaf die de naaf en de velg van een wiel verbindt. — n. (Gereedschap) staaf als hefboom.
- spaan — n. Spaander. — n. Stukje metaal (of ander materiaal), verwijderd bij een verspanende bewerking. — n. (Huishouden) houten gereedschap bestaande uit een blad met steel.
- spaar — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sparen. — w. Gebiedende wijs van sparen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sparen.
- spaat — n. (Mineraal) ruitvormig mineraal, bladerig en glanzig op de breuk.
- tapas — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tapa.
- tapa's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tapa.
Zie deze lijst voor:
| |