|
Lijst met woorden van 5 letters bevattend met ••• Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 16 woorden van vijf letters bevattend met A, E, F en Rafrem afren farce farde faser frame frase freak rafee rafel Raief rem␣af ren␣af seraf trefa veraf 28 definities gevonden- afrem — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afremmen.
- afren — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrennen.
- farce — n. (Figuurlijk) (pejoratief) belachelijke of misleidende gang van zaken. — n. (Toneel) humoristisch theaterstuk, met in het plot veelal een… — n. (Voeding) (kookkunst) vulsel of vulling voor gerechten, meestal…
- farde — n. Klapper, map met losse papieren, tekenmap.
- faser — n. Een fictief energiestraalwapen.
- frame — n. (Werktuigbouwkunde) dragende constructie, raamwerk. — n. (Fotografie) een stilstaand beeld uit een bewegende film.
- frase — n. (Taalkunde) een aantal woorden die een begrip uitdrukken, vaak…
- freak — n. Een fanatiekeling. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van freaken. — w. Gebiedende wijs van freaken.
- rafee — n. (Jiddisch-Hebreeuws) bepaald schriftteken boven een medeklinkerletter…
- rafel — n. Een losgeraakte draad van een weefsel. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rafelen. — w. Gebiedende wijs van rafelen.
- Raief — eig. (Mannelijke naam) jongensnaam.
- rem␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afremmen. — w. Gebiedende wijs van afremmen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afremmen.
- ren␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrennen. — w. Gebiedende wijs van afrennen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrennen.
- seraf — n. (Jiddisch-Hebreeuws) bepaalde slang (5×: Num. 21:6, 21:8, Deut… — n. (Jiddisch-Hebreeuws) wezen met zes vleugels in de tempel (Jes. 6:2, 6:6).
- trefa — bijv. (Jiddisch-Hebreeuws) ritueel niet-geoorloofd.
- veraf — bijw. Ver weg; op een grote afstand.
Zie deze lijst voor:
| |