|
Lijst met woorden van 6 letters bevattend met ••• Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 21 woorden van zes letters bevattend met 2A, C en Laflach Alicia alpaca Blanca Carla's Carola casual cautal chazal Clara's cloaca fecaal lach␣af macula malach octaal pascal Pascal scala's schaal vocaal 32 definities gevonden- aflach — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflachen.
- Alicia — eig. (Vrouwelijke naam) meisjesnaam.
- alpaca — n. (Evenhoevigen) bepaald soort zoogdier, Vicugna pacos uit Zuid-Amerika… — n. Licht weefsel, gemaakt uit de wol van alpaca’s. — n. (Metallurgie) een zilverkleurige metaallegering met als voornaamste…
- Blanca — eig. (Vrouwelijke naam) meisjesnaam.
- Carla's — eig. Genitief van Carla.
- Carola — eig. (Vrouwelijke naam) meisjesnaam.
- casual — bijv. Informeel. — bijv. (Kleding) geschikt om te dragen in informeel gezelschap;… — bijv. Behorend of met betrekking tot de categorie hooligans die…
- cautal — n. (Statistiek) (economie) Classification of Time-Use Activities…
- chazal — n. (Jiddisch-Hebreeuws) (religie) gebruikt als benaming voor de…
- Clara's — eig. Genitief van Clara.
- cloaca — n. (Biologie) de gecombineerde darm- en urineuitgang bij bepaalde diersoorten.
- fecaal — bijv. (Medisch) met betrekking tot de ontlasting.
- lach␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflachen. — w. Gebiedende wijs van aflachen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflachen.
- macula — n. (Medisch) de gele vlek op het netvlies.
- malach — n. (Jiddisch-Hebreeuws) engel.
- octaal — bijv. (Wiskunde) (informatica) volgens een talstelsel met grondtal acht.
- pascal — n. (Natuurkunde), (eenheid) SI-eenheid voor druk, weergegeven met symbool Pa.
- Pascal — eig. (Mannelijke naam) jongensnaam. — eig. (Vrouwelijke naam) meisjesnaam.
- scala's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord scala.
- schaal — n. Voorwerp met open bovenzijde waar men iets kan inleggen. — n. Buitenkant van een ei of vrucht. — n. Verhouding van de grootte tussen een model en een echt voorwerp.
- vocaal — n. (Taalkunde) klinker. — bijv. Tot de stem behorend. — bijv. Uitgevoerd door of bestemd voor uitvoering met de stem.
Zie deze lijst voor:
| |