|
Lijst met woorden van 6 letters bevattend met ••• Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van zes letters bevattend met 2A, F en Haanhef afhaak afhaal afhaar afhakt afhang afhapt afhard afhark aflach chataf haak␣af haal␣af haar␣af hakafa hakt␣af hang␣af hapt␣af hard␣af hark␣af hef␣aan lach␣af schaaf 50 definities gevonden- aanhef — n. Begin (muziekstuk). — n. Begin (boek of gedicht). — n. Begin (van een rede).
- afhaak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhaken.
- afhaal — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhalen.
- afhaar — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afharen.
- afhakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhakken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhakken.
- afhang — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhangen.
- afhapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhappen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhappen.
- afhard — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afharden.
- afhark — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afharken.
- aflach — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflachen.
- chataf — n. (Jiddisch-Hebreeuws) verkorte klinker (alleen in onderstaande verbindingen).
- haak␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhaken. — w. Gebiedende wijs van afhaken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhaken.
- haal␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhalen. — w. Gebiedende wijs van afhalen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhalen.
- haar␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afharen. — w. Gebiedende wijs van afharen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afharen.
- hakafa — n. (Jiddisch-Hebreeuws) ommegang in de synagoge, bijv. met Torarollen… — n. (Jiddisch-Hebreeuws) ommegang op begraafplaats.
- hakt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhakken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhakken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afhakken.
- hang␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhangen. — w. Gebiedende wijs van afhangen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhangen.
- hapt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhappen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhappen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afhappen.
- hard␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afharden. — w. Gebiedende wijs van afharden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afharden.
- hark␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afharken. — w. Gebiedende wijs van afharken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afharken.
- hef␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanheffen. — w. Gebiedende wijs van aanheffen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanheffen.
- lach␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflachen. — w. Gebiedende wijs van aflachen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflachen.
- schaaf — n. (Gereedschap) een werktuig om hout glad, vlak of dunner te… — n. (Gereedschap) een werktuig om dunne plakjes van een materiaal af te snijden. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schaven.
Zie deze lijst voor:
| |