|
Lijst met woorden van 6 letters bevattend met ••• Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 18 woorden van zes letters bevattend met A, D, F en Tafbidt afdamt afdekt afdoet afdokt afdopt afduwt aftrad bidt␣af damt␣af datief dekt␣af doet␣af dokt␣af dopt␣af draaft duwt␣af trad␣af 42 definities gevonden- afbidt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbidden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbidden.
- afdamt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdammen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdammen.
- afdekt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdekken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdekken.
- afdoet — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdoen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdoen.
- afdokt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdokken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdokken.
- afdopt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdoppen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdoppen.
- afduwt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afduwen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afduwen.
- aftrad — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aftreden.
- bidt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbidden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbidden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afbidden.
- damt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdammen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdammen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afdammen.
- datief — n. (Grammatica) derde van de acht naamvallen van de Indo-Europese… — bijv. (Juridisch) door de rechter benoemd, ingesteld of opgedragen.
- dekt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdekken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdekken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afdekken.
- doet␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdoen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdoen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afdoen.
- dokt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdokken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdokken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afdokken.
- dopt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdoppen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdoppen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afdoppen.
- draaft — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van draven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van draven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van draven.
- duwt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afduwen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afduwen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afduwen.
- trad␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van aftreden.
Zie deze lijst voor:
| |