|
Lijst met woorden van 6 letters bevattend met ••• Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 19 woorden van zes letters bevattend met A, G, L en Pafglip afplag galops ga␣plat geklap geplas glip␣af ooglap oplaag oplage opslag paling plaagt plag␣af plagde plagen plager plagge platga 38 definities gevonden- afglip — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afglippen.
- afplag — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afplaggen.
- galops — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord galop.
- ga␣plat — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van platgaan. — w. Gebiedende wijs van platgaan. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van platgaan.
- geklap — n. Het applaudisseren. — n. Aanhoudend met veel lawaai tegen elkaar slaan van zaken. — n. Aanhouden kwaad spreken over anderen.
- geplas — n. Het voortdurend urineren. — n. Het voortdurend morsen met water.
- glip␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afglippen. — w. Gebiedende wijs van afglippen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afglippen.
- ooglap — n. Een stukje textiel dat het oog afdekt, meestal gebruikt in de vorm ooglapje.
- oplaag — n. (Drukkunst) het aantal exemplaren van een drukwerk (Bijv. boek… — n. (Drukkunst) ongewijzigde herdruk.
- oplage — n. (Drukkunst) het aantal exemplaren van een drukwerk (Bijv. boek… — n. (Drukkunst) ongewijzigde herdruk. — n. (Numismatiek) het aantal geslagen munten.
- opslag — n. Berging, tijdelijke plaatsing van goederen. — n. (Sport) het de lucht inspelen van de bal om deze zo in het spel te brengen. — n. Loonsverhoging.
- paling — n. (Vissen) Anguilla anguilla , een langwerpige consumptievis.
- plaagt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plagen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plagen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van plagen.
- plag␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afplaggen. — w. Gebiedende wijs van afplaggen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afplaggen.
- plagde — w. Enkelvoud verleden tijd van plaggen.
- plagen — w. Overgankelijk iemand lastigvallen, teisteren, kwellen. — w. Overgankelijk iemand goedmoedig pesten. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord plaag.
- plager — n. Iemand die iemand anders kwelt. — n. Iemand die iemand anders op een goedaardige wijze lastig valt.
- plagge — n. Afgestoken stuk met gras of heide begroeide grond.
- platga — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van platgaan.
Zie deze lijst voor:
| |