Lijst met woorden van 7 letters bevattend met ••• Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van zeven letters bevattend met 2A, F en Zaflazen aflazer afrazen afzaagt afzadel afzagen afzakte afzaten afzwaai afzwakt lapzalf lazen␣af lazer␣af razen␣af zaagt␣af zadel␣af zagen␣af zakte␣af zaten␣af Zefanja zoöfaag zwaai␣af zwakt␣af 43 definities gevonden- aflazen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aflezen.
- aflazer — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflazeren.
- afrazen — w. Met grote of wilde snelheid naar beneden gaan. — w. Met grote of wilde snelheid naderen. — w. Heel snel praten; afratelen.
- afzaagt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzagen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzagen.
- afzadel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzadelen.
- afzagen — w. Overgankelijk met een zaag inkorten of smaller maken. — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afzien.
- afzakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afzakken.
- afzaten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afzitten.
- afzwaai — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzwaaien.
- afzwakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzwakken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzwakken.
- lapzalf — n. Middeltje dat een kwaal moet verzachten door het op de huid… — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lapzalven. — w. Gebiedende wijs van lapzalven.
- lazen␣af — w. Meervoud verleden tijd van aflezen.
- lazer␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflazeren. — w. Gebiedende wijs van aflazeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflazeren.
- razen␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afrazen.
- zaagt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzagen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzagen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afzagen.
- zadel␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzadelen. — w. Gebiedende wijs van afzadelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzadelen.
- zagen␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afzagen. — w. Meervoud verleden tijd van afzien.
- zakte␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afzakken.
- zaten␣af — w. Meervoud verleden tijd van afzitten.
- Zefanja — eig. (Religie) naam van meerdere personen uit de Bijbel. — eig. (Religie) boek in de Bijbel waarin de profeet Zefanja, zoon… — eig. (Religie) ook gebruikt als vertaling van de Bijbelse naam…
- zoöfaag — n. (Biologie) organisme dat zich voedt met dierlijk vlees.
- zwaai␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzwaaien. — w. Gebiedende wijs van afzwaaien. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzwaaien.
- zwakt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzwakken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzwakken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afzwakken.
Zie deze lijst voor:
|