|
Lijst met woorden van 7 letters bevattend met ••• Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van zeven letters bevattend met A, H, K en Ubakhuis haakbus Habakuk hakhout hak␣hout hakstuk hakt␣uit halsjuk handkus herkauw houthak houtkap huifkar huiskat huispak kakhuis kamhout kaphout kushand pakhuis puthaak takhout uithakt 40 definities gevonden- bakhuis — n. Een bijgebouw van een boerderij of landhuis waarin men vroeger…
- haakbus — n. (Geschiedenis) vuurwapen uit de 15e, 16e en 17e eeuw. Een voorganger…
- Habakuk — eig. (Religie) profeet wiens woorden staan in een naar hem genoemd… — eig. (Religie) boek in de Bijbel, waarin de profeet Habakuk een hoofdrol speelt.
- hakhout — n. Hout dat gebruikt wordt voor het haardvuur als brandhout. — n. Houtgewas dat ieder 6-10 jaar gekapt wordt meestal om te gebruiken…
- hak␣hout — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van houthakken. — w. Gebiedende wijs van houthakken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van houthakken.
- hakstuk — n. Achterste deel van een schoen of laars. — n. Deel van iets dat speciaal geschikt is voor de hak van de voet.
- hakt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithakken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithakken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uithakken.
- halsjuk — n. Een houten juk dat om de nek van een trekdier wordt gelegd… — n. Middel om gevangenen te belemmeren te ontsnappen.
- handkus — n. Kus op de hand als een elegante begroeting en eerbetuiging. — n. Kus op je eigen hand die je dan naar een ander blaast of werpt.
- herkauw — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herkauwen. — w. Gebiedende wijs van herkauwen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van herkauwen.
- houthak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van houthakken.
- houtkap — n. Het rooien van bomen.
- huifkar — n. Een wagen met een kap van zeildoek overdekt.
- huiskat — n. (Roofdieren) getemde katachtige, een van de oudste huisdieren…
- huispak — n. Een set dameskleding in de vorm van een joggingpak van comfortabel…
- kakhuis — n. (Bouwkunde) klein bouwsel waar men kan poepen en plassen. — n. (Pejoratief) of (informeel) toilet, wc (binnenshuis). — n. (Scheldwoord) slet, hoer.
- kamhout — n. (Textielindustrie) hout waarvan men weverskammen maakt. — n. (Textielindustrie) deel van een weefgetouw. — n. (Scheepvaart) schegbord.
- kaphout — n. Onverwerkt hout, gevelde bomen.
- kushand — n. Kus op je eigen hand die je met een wuif gebaar naar iemand… — n. Kus op de hand van iemand anders.
- pakhuis — n. Een gebouw waar goederen worden opgeslagen.
- puthaak — n. Stok met haak waaraan de emmer wordt opgehaald uit een put.
- takhout — n. Hout dat van de takken van een bom komt.
- uithakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithakken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithakken.
Zie deze lijst voor:
| |