Lijst met woorden van 7 letters bevattend met ••• Snelle modus Klik om een vijfde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 22 woorden van zeven letters bevattend met A, 2T en Zafzette Azatiet bezatte mozetta nazette stilzat tastzin uitzakt vastzat vastzet vastzit zakt␣uit zantten zat␣stil zat␣vast zette␣af zette␣na zet␣vast zit␣vast zoutvat zwartte zwatelt 31 definities gevonden- afzette — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afzetten.
- Azatiet — n. (Jiddisch-Hebreeuws) inwoner van Gaza (Joz. 13:3, Recht. 16:2).
- bezatte — w. Enkelvoud verleden tijd van zich bezatten.
- mozetta — n. (Kleding) (religie) (christendom) korte schoudermantel van een bisschop.
- nazette — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van nazetten.
- stilzat — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van stilzitten.
- tastzin — n. Gevoel in de huid waarmee je de vorm en aard van te betasten…
- uitzakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzakken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzakken.
- vastzat — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van vastzitten.
- vastzet — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastzetten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastzetten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastzetten.
- vastzit — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastzitten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastzitten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastzitten.
- zakt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzakken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzakken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitzakken.
- zantten — w. Meervoud verleden tijd van zanten.
- zat␣stil — w. Enkelvoud verleden tijd van stilzitten.
- zat␣vast — w. Enkelvoud verleden tijd van vastzitten.
- zette␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afzetten.
- zette␣na — w. Enkelvoud verleden tijd van nazetten.
- zet␣vast — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van vastzetten#gebiedende wijs van vastzetten.
- zit␣vast — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van vastzitten#gebiedende wijs van vastzitten.
- zoutvat — n. Een pot waarin keukenzout bewaard wordt.
- zwartte — w. Enkelvoud verleden tijd van zwarten.
- zwatelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwatelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwatelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van zwatelen.
Zie deze lijst voor:
|