|
Lijst met woorden van 6 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 17 woorden van zes letters bevattend met A, I, K, T en Ubak␣uit hak␣uit kajuit kak␣uit kam␣uit kap␣uit katuil Kituba pak␣uit uitbak uithak uitkak uitkam uitkap uitpak uitzak zak␣uit 32 definities gevonden- bak␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbakken. — w. Gebiedende wijs van uitbakken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbakken.
- hak␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithakken. — w. Gebiedende wijs van uithakken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithakken.
- kajuit — n. Een gemeenschappelijke verblijfplaats op schepen.
- kak␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkakken. — w. Gebiedende wijs van uitkakken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkakken.
- kam␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkammen. — w. Gebiedende wijs van uitkammen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkammen.
- kap␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkappen. — w. Gebiedende wijs van uitkappen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkappen.
- katuil — n. Tyto alba uil die net als katten muizen vangt en geen oorpluimpjes… — n. Nachtvlinder.
- Kituba — n. (Taal) Lingua-franca of Creoolse taal gebaseerd op het Kikongo…
- pak␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpakken. — w. Gebiedende wijs van uitpakken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpakken.
- uitbak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitbakken.
- uithak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uithakken.
- uitkak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkakken.
- uitkam — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkammen.
- uitkap — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkappen.
- uitpak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpakken.
- uitzak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzakken.
- zak␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzakken. — w. Gebiedende wijs van uitzakken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzakken.
Zie deze lijst voor:
| |