Lijst met woorden van 7 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 21 woorden van zeven letters bevattend met 3A, F en Gafdraag afgaand afghaan Afghaan afgraaf afgraas afjaagt afknaag afraagt afvaagt afvraag afzaagt draag␣af graaf␣af graas␣af jaagt␣af knaag␣af raagt␣af vaagt␣af vraag␣af zaagt␣af 46 definities gevonden- afdraag — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdragen.
- afgaand — w. Onvoltooid deelwoord van afgaan. — bijv. Naar beneden gaan, dalend.
- afghaan — n. Verkorting van Afghaanse windhond. — n. Verkorting van Afghaans tapijt. — n. (Informeel) hasj.
- Afghaan — n. (Demoniem) een inwoner van Afghanistan.
- afgraaf — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgraven.
- afgraas — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgrazen.
- afjaagt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afjagen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afjagen.
- afknaag — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afknagen.
- afraagt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afragen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afragen.
- afvaagt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvagen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvagen.
- afvraag — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd…
- afzaagt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzagen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzagen.
- draag␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdragen. — w. Gebiedende wijs van afdragen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdragen.
- graaf␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgraven. — w. Gebiedende wijs van afgraven. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgraven.
- graas␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgrazen. — w. Gebiedende wijs van afgrazen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgrazen.
- jaagt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afjagen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afjagen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afjagen.
- knaag␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afknagen. — w. Gebiedende wijs van afknagen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afknagen.
- raagt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afragen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afragen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afragen.
- vaagt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvagen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvagen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afvagen.
- vraag␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zich afvragen. — w. Gebiedende wijs van zich afvragen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zich afvragen.
- zaagt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzagen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzagen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afzagen.
Zie deze lijst voor:
|