|
Lijst met woorden van 7 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van zeven letters bevattend met A, E, F, L en Zaflazen aflazer aflezen aflezer afvezel afzadel afzeilt afzeult fnazels fnazelt frazelt halfzes lazen␣af lazer␣af lezen␣af vanzelf vezel␣af zadel␣af zalfden zalfjes zeilt␣af zelfs␣al zeult␣af 39 definities gevonden- aflazen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aflezen.
- aflazer — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflazeren.
- aflezen — w. De meetwaarde bepalen door te kijken naar een meetapparaat.
- aflezer — n. Apparaat dat een kaart kan herkennen.
- afvezel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvezelen.
- afzadel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzadelen.
- afzeilt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzeilen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzeilen.
- afzeult — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzeulen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzeulen.
- fnazels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fnazel.
- fnazelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fnazelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fnazelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van fnazelen.
- frazelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van frazelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van frazelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van frazelen.
- halfzes — n. Een tijdstip op de klok halverwege vijf en zes uur.
- lazen␣af — w. Meervoud verleden tijd van aflezen.
- lazer␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflazeren. — w. Gebiedende wijs van aflazeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflazeren.
- lezen␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van aflezen.
- vanzelf — bijw. Zonder tussenkomst van anderen.
- vezel␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvezelen. — w. Gebiedende wijs van afvezelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvezelen.
- zadel␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzadelen. — w. Gebiedende wijs van afzadelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzadelen.
- zalfden — w. Meervoud verleden tijd van zalven.
- zalfjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord zalf.
- zeilt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzeilen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzeilen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afzeilen.
- zelfs␣al — voeg. Ook in de situatie (aan het begin van een toegevende bijzin).
- zeult␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzeulen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzeulen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afzeulen.
Zie deze lijst voor:
| |