|
Lijst met woorden van 7 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden van zeven letters bevattend met A, F, G, I en Tafbuigt afdingt afgifte afglipt afgooit afgrist afliegt afrijgt afstijg aftuigt afzuigt antigif buigt␣af dingt␣af giftand glipt␣af gooit␣af grafiet grist␣af liegt␣af rijgt␣af stijg␣af tuigt␣af uitgaaf zuigt␣af 54 definities gevonden- afbuigt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbuigen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbuigen.
- afdingt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdingen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdingen.
- afgifte — n. Het afgeven (van iets).
- afglipt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afglippen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afglippen.
- afgooit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgooien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgooien.
- afgrist — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgrissen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgrissen.
- afliegt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afliegen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afliegen.
- afrijgt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrijgen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrijgen.
- afstijg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstijgen.
- aftuigt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftuigen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftuigen.
- afzuigt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzuigen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzuigen.
- antigif — n. (Medisch) een substantie die de werking van een giftige stof…
- buigt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afbuigen.
- dingt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdingen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afdingen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afdingen.
- giftand — n. Tand waarmee bij een beet gif in het slachtoffer ingespoten wordt.
- glipt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afglippen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afglippen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afglippen.
- gooit␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgooien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgooien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afgooien.
- grafiet — n. (Mineraal) in plaatjes gekristalliseerde koolstof, o.a. gebruikt…
- grist␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgrissen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afgrissen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afgrissen.
- liegt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afliegen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afliegen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afliegen.
- rijgt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrijgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrijgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afrijgen.
- stijg␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstijgen. — w. Gebiedende wijs van afstijgen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstijgen.
- tuigt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aftuigen.
- uitgaaf — n. (Financieel) uitgave.
- zuigt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afzuigen.
Zie deze lijst voor:
| |