|
Lijst met woorden van 7 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 16 woorden van zeven letters bevattend met A, H, I, K en Naanhikt aanhink fijnhak haakt␣in haken␣in hak␣fijn hakte␣in haviken heikant hikt␣aan hikte␣na hink␣aan inhaakt inhaken inhaker inhakte 30 definities gevonden- aanhikt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhikken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhikken.
- aanhink — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhinken.
- fijnhak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fijnhakken.
- haakt␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inhaken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inhaken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van inhaken.
- haken␣in — w. Meervoud tegenwoordige tijd van inhaken.
- hak␣fijn — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fijnhakken. — w. Gebiedende wijs van fijnhakken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fijnhakken.
- hakte␣in — w. Enkelvoud verleden tijd van inhakken.
- haviken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord havik.
- heikant — n. Rand van de heide. — n. Gebied waar de heide is.
- hikt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhikken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhikken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanhikken.
- hikte␣na — w. Enkelvoud verleden tijd van nahikken.
- hink␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhinken. — w. Gebiedende wijs van aanhinken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanhinken.
- inhaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inhaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inhaken.
- inhaken — w. Inergatief aanknopen bij, aansluiten op. — w. Inergatief steken door de gebogen arm van een ander. — w. Overgankelijk met een haak slaan in.
- inhaker — n. Lied, bedoeld om het publiek te laten inhaken (en meedeinen). — n. Reclame-uiting (artikel, foto, slogan) die inhaakt op de actualiteit.
- inhakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inhakken.
Zie deze lijst voor:
| |