|
Lijst met woorden van 7 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 22 woorden van zeven letters bevattend met A, L, N, R en Taanrolt altaren landrat landrot lantert larpten latrine Laurent Lennart natrilt naturel nultrap planter railnet ranselt ratelen renstal rolt␣aan stralen traliën trilt␣na turnhal 42 definities gevonden- aanrolt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrollen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrollen.
- altaren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord altaar.
- landrat — n. (Pejoratief) persoon die op het land woont en nooit op zee komt.
- landrot — n. (Pejoratief) een niet zeevaarder zo genoemd door zeevaarders…
- lantert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lanteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lanteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van lanteren.
- larpten — w. Meervoud verleden tijd van larpen.
- latrine — n. (Huishouden) toilet die buiten het huis is gelegen. — n. Een openbare toilet. — n. Tijdelijk, provisorisch toilet.
- Laurent — eig. (Mannelijke naam) jongensnaam.
- Lennart — eig. (Mannelijke naam) jongensnaam.
- natrilt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van natrillen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van natrillen.
- naturel — n. Zacht verstevigd, katoenen weefsel. — bijv. Natuurlijk, puur, onvermengd, onbewerkt, ongekleurd, cru.
- nultrap — n. (Taalkunde) het verschijnsel dat een klinker in een woord in…
- planter — n. (Landbouw) iemand die plant of laat planten. — n. (Geschiedenis) eigenaar van een plantage. — n. (Gereedschap) werktuig dat gebruikt wordt bij het planten.
- railnet — n. Verzameling van met elkaar samenhangende spoorwegverbindingen.
- ranselt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ranselen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ranselen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ranselen.
- ratelen — w. Snel praten. — w. Harde korte geluiden maken.
- renstal — n. Stal met renpaarden. — n. Team dat meedoet aan autoraces.
- rolt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrollen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanrollen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanrollen.
- stralen — w. Inergatief straling uitzenden. — w. Inergatief licht weerkaatsen. — w. Inergatief een heel blije uitdrukking op het gezicht hebben.
- traliën — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tralie. — w. Overgankelijk traliën aanbrengen, gevangenzetten.
- trilt␣na — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van natrillen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van natrillen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van natrillen.
- turnhal — n. Een grote gymnastiekzaal met turnapparatuur en tribunes voor publiek.
Zie deze lijst voor:
| |