|
Lijst met woorden van 7 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 18 woorden van zeven letters bevattend met A, P, S, T en Uafspuit heuptas pasbout pasmunt passtuk peanuts puntlas putbaas saphout span␣uit spat␣uit spuigat spuit␣af stap␣uit uitspan uitspat uitstap updates 32 definities gevonden- afspuit — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspuiten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspuiten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspuiten.
- heuptas — n. Tasje dat je om je heupen als een riem kan dragen.
- pasbout — n. Schroef waarmee men iets precies kan instellen of aanpassen.
- pasmunt — n. Muntstuk met een kleine waarde die het mogelijk maakt om een… — n. (Eufemisme) smeergeld. — n. Iets wat gebruikt kan worden als opvulsel maar zonder veel waarde is.
- passtuk — n. Iets wat speciaal gemaakt is om ergens in- of op te passen.
- peanuts — n. (Informeel) klein, verwaarloosbaar bedrag.
- puntlas — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van puntlassen. — w. Gebiedende wijs van puntlassen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van puntlassen.
- putbaas — n. (Beroep) (verouderd) baas van een groep polderwerkers of grondwerkers.
- saphout — n. Sorbus aucuparia lijsterbes.
- span␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspannen. — w. Gebiedende wijs van uitspannen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspannen.
- spat␣uit — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspatten#gebiedende wijs van uitspatten.
- spuigat — n. (Scheepvaart) een afvoeropening waardoor water vanaf het dek…
- spuit␣af — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van afspuiten#gebiedende wijs van afspuiten.
- stap␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstappen. — w. Gebiedende wijs van uitstappen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstappen.
- uitspan — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspannen.
- uitspat — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspatten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspatten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspatten.
- uitstap — n. (Meestal verkleinwoord) een (meestal korte) reis. — n. Het verlaten van een verband of een voertuig. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstappen.
- updates — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord update.
Zie deze lijst voor:
| |