|
Lijst met woorden van 8 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden van acht letters bevattend met A, D, F, H en Nafhakend afhalend afhandel afhandig afharden afharend afhelden afholden afhorend afhouden afhurend flashend forehand halfpond halfrond handel␣af handgift handhaaf harden␣af helden␣af holden␣af hoofdman houden␣af lafheden onafheid 36 definities gevonden- afhakend — w. Onvoltooid deelwoord van afhaken.
- afhalend — w. Onvoltooid deelwoord van afhalen.
- afhandel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhandelen.
- afhandig — bijv. Uit iemands bezit gebracht. — bijv. Uit de hand gepakt.
- afharden — w. (Landbouw) kasplanten langzaam laten wennen aan de koudere buitenlucht.
- afharend — w. Onvoltooid deelwoord van afharen.
- afhelden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afhellen.
- afholden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afhollen.
- afhorend — w. Onvoltooid deelwoord van afhoren.
- afhouden — w. Op een afstand laten. — w. Zorgen dat iemand iets niet doet. — w. Aftrekken.
- afhurend — w. Onvoltooid deelwoord van afhuren.
- flashend — w. Onvoltooid deelwoord van flashen.
- forehand — n. (Sport) slag bij het tennisspel waarbij de palm van de hand…
- halfpond — n. Gewicht van 250 gram.
- halfrond — n. (Wiskunde), (geologie) (aardrijkskunde) het oppervlak van een… — bijv. De vorm van een halve cirkel, cilinder of bol hebbend.
- handel␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhandelen. — w. Gebiedende wijs van afhandelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhandelen.
- handgift — n. Eerst verdiende geld van de dag. — n. Schenking waarbij de schenker nog in leven is.
- handhaaf — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van handhaven. — w. Gebiedende wijs van handhaven. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van handhaven.
- harden␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afharden.
- helden␣af — w. Meervoud verleden tijd van afhellen.
- holden␣af — w. Meervoud verleden tijd van afhollen.
- hoofdman — n. Iemand die de aanvoerder van een stam, partij of beweging is. — n. (Militair) bevelhebber van een troep soldaten, schutters enz. — n. Deken van een gilde.
- houden␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afhouden.
- lafheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord lafheid.
- onafheid — n. De mate waarin iets nog niet voltooid is, nog niet af is.
Zie deze lijst voor:
| |