|
Lijst met woorden van 8 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden van acht letters bevattend met A, D, S, T en Vaardvast bind␣vast bond␣vast handvest houd␣vast landvast reed␣vast rijd␣vast sedativa stadsvos stavende tijdsvak vastbind vastbond vastende vastgoed vastheid vasthoud vastreed vastrijd verstand visstand voorstad vorstdag zaadvast 35 definities gevonden- aardvast — bijv. In de aarde vastzittend, tak- of wortelvast.
- bind␣vast — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastbinden. — w. Gebiedende wijs van vastbinden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastbinden.
- bond␣vast — w. Enkelvoud verleden tijd van vastbinden.
- handvest — n. (Juridisch), (politiek) een document of oorkonde waarin de…
- houd␣vast — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vasthouden. — w. Gebiedende wijs van vasthouden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vasthouden.
- landvast — n. (Scheepvaart) een touw of staalkabel waarmee een schip wordt…
- reed␣vast — w. Enkelvoud verleden tijd van vastrijden.
- rijd␣vast — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastrijden. — w. Gebiedende wijs van vastrijden. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastrijden.
- sedativa — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord sedativum.
- stadsvos — n. (Roofdieren) vos die in de stad zijn revier heeft.
- stavende — w. Verbogen vorm van stavend, het onvoltooid deelwoord van staven.
- tijdsvak — n. Een bepaalde periode met een duidelijke begin- en einddatum. — n. Deel van de geschiedenis.
- vastbind — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastbinden.
- vastbond — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van vastbinden.
- vastende — w. Verbogen vorm van vastend, het onvoltooid deelwoord van vasten.
- vastgoed — n. Goed dat niet verplaatsbaar is, onroerend goed.
- vastheid — n. (Figuurlijk) de zekerheid die iemand heeft in denken en handelen. — n. Een sterke samenhang hebbend en daardoor moeilijk te veranderen…
- vasthoud — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vasthouden.
- vastreed — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van vastrijden.
- vastrijd — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastrijden.
- verstand — n. Kennis, weten. — n. Denkkracht, denkvermogen (met betrekking tot het brein).
- visstand — n. De hoeveelheid en variatie van vissen die in een bepaald water aanwezig zijn.
- voorstad — n. (Aardrijkskunde) plaats die door verstedelijking als deel van… — n. (Geschiedenis) buiten de stadsmuren gelegen bebouwing van een stad.
- vorstdag — n. Een dag met een minimumtemperatuur onder de 0,0 °C.
- zaadvast — bijv. Het hebben van dezelfde eigenschappen als de moederplant.
Zie deze lijst voor:
| |