|
Lijst met woorden van 8 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 20 woorden van acht letters bevattend met A, G, T, U en Zaanzuigt eruitzag glazuurt houtzaag maagzout spuugzat terugzag terugzak uitzaagt uitzagen vastzuig zaagt␣uit zagen␣uit zag␣eruit zag␣terug zak␣terug zangstuk zeugmata zuigt␣aan zuig␣vast 35 definities gevonden- aanzuigt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzuigen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzuigen.
- eruitzag — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van eruitzien.
- glazuurt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van glazuren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van glazuren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van glazuren.
- houtzaag — n. (Gereedschap) zaag uitsluitend bestemd voor hout.
- maagzout — n. Natriumbicarbonaat dat gebruikt wordt bij maagklachten.
- spuugzat — bijv. Voornamelijk in onderstaande uitdrukking.
- terugzag — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van terugzien.
- terugzak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugzakken.
- uitzaagt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzagen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzagen.
- uitzagen — w. Overgankelijk door zagen wegnemen uit (een plaat). — w. Overgankelijk door zagen uit iets vormen. — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitzien.
- vastzuig — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastzuigen.
- zaagt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzagen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzagen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitzagen.
- zagen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitzagen. — w. Meervoud verleden tijd van uitzien.
- zag␣eruit — w. Enkelvoud verleden tijd van eruitzien.
- zag␣terug — w. Enkelvoud verleden tijd van terugzien.
- zak␣terug — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugzakken. — w. Gebiedende wijs van terugzakken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugzakken.
- zangstuk — n. (Muziek) een lied.
- zeugmata — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zeugma.
- zuigt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzuigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzuigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanzuigen.
- zuig␣vast — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastzuigen. — w. Gebiedende wijs van vastzuigen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastzuigen.
Zie deze lijst voor:
| |