|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van negen letters bevattend met 2A, I, U en Zaanzuigen aanzuiver afzuigkap amuzikaal azijnsaus Euraziaat heupzwaai maak␣ruzie quizvraag ruziemaak uitzaagde uitzaaide uitzaaien uitzwaait zaadpluis zaagde␣uit zaaide␣uit zaaien␣uit zaaiuitje zuigen␣aan zuiver␣aan zuiveraar zwaait␣uit 34 definities gevonden- aanzuigen — w. Overgankelijk door zuiging of ventilatie een stof in de richting…
- aanzuiver — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzuiveren.
- afzuigkap — n. Een huishoudelijk apparaat in de keuken dat de kookluchtjes moet afvoeren.
- amuzikaal — bijv. Niet muzikaal, geen aanleg hebbende voor muziek.
- azijnsaus — n. (Voeding) saus waarin ook azijn aanwezig is (naast (olijf)olie).
- Euraziaat — n. Iemand met zowel Europese als Aziatische voorouders. — n. Aanhanger van het Eurazianisme, de opvatting dat Rusland zich…
- heupzwaai — n. Iemand omver duwen met de heupen. — n. (Sport) worp bij het judoën.
- maak␣ruzie — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ruziemaken. — w. Gebiedende wijs van ruziemaken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ruziemaken.
- quizvraag — n. Een vraag die tijdens een quiz wordt gesteld of gesteld kan worden.
- ruziemaak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ruziemaken.
- uitzaagde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitzagen.
- uitzaaide — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitzaaien.
- uitzaaien — w. Zaden over een oppervlakte verspreiden. — w. Bij kanker dat de kanker op andere dan de oorspronkelijke plaats…
- uitzwaait — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzwaaien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzwaaien.
- zaadpluis — n. (Plantkunde) dunne haartjes aanwezig op zaden van veel planten.
- zaagde␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitzagen.
- zaaide␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitzaaien.
- zaaien␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitzaaien.
- zaaiuitje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zaaiui.
- zuigen␣aan — w. Meervoud tegenwoordige tijd van aanzuigen.
- zuiver␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzuiveren. — w. Gebiedende wijs van aanzuiveren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanzuiveren.
- zuiveraar — n. Iemand die iets schoonmaakt. — n. (Figuurlijk) iemand die iets ongemengd wil houden.
- zwaait␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzwaaien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzwaaien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitzwaaien.
Zie deze lijst voor:
| |