|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met •••• Snelle modus Klik om een zesde letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 25 woorden van negen letters bevattend met A, I, L, U en Zafluizend afpluizen amuzikaal blazen␣uit equalizer hazelmuis influenza kazuifels luiszakje luizenkam muizenval napluizen plavuizen pluizen␣af pluizen␣na uitblazen uitzwavel vuilzakje waterzuil zaadpluis zuidflank zuigslang zuilenhal zuiplapje zwavel␣uit 30 definities gevonden- afluizend — w. Onvoltooid deelwoord van afluizen.
- afpluizen — w. Overgankelijk in kleine vezeltjes, plukjes van het bot afplukken. — w. Overgankelijk van pluisjes ontdoen of reinigen.
- amuzikaal — bijv. Niet muzikaal, geen aanleg hebbende voor muziek.
- blazen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitblazen.
- equalizer — n. Een geluidstechnisch apparaat dat een of meer frequentiegebieden…
- hazelmuis — n. (Knaagdieren) knaagdier in de familie van slaapmuizen, Muscardinus…
- influenza — n. (Medisch) een ziekte die veroorzaakt wordt door een griepvirus.
- kazuifels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kazuifel.
- luiszakje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord luiszak.
- luizenkam — n. Een kam bedoeld om luizen uit de haren te kammen.
- muizenval — n. Apparaat om muizen te vangen.
- napluizen — w. Overgankelijk iets tot in de details nagaan.
- plavuizen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord plavuis.
- pluizen␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afpluizen.
- pluizen␣na — w. Meervoud tegenwoordige tijd van napluizen.
- uitblazen — w. Inergatief, (figuurlijk) (weer) bijkomen, op adem komen, uitrusten. — w. Overgankelijk door blazen doven /uitmaken. — w. Overgankelijk (Adem, lucht, rook e.a.) naar buiten blazen.
- uitzwavel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzwavelen.
- vuilzakje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vuilzak.
- waterzuil — n. Een pilaar, van water dat omhoog wordt gespoten.
- zaadpluis — n. (Plantkunde) dunne haartjes aanwezig op zaden van veel planten.
- zuidflank — n. De flank die in het zuiden gelegen is.
- zuigslang — n. Een slang waardoor zaken naar binnengezogen of opgezogen kunnen worden.
- zuilenhal — n. Een overdekte ruimte waarbij het dak door zuilen wordt gedragen.
- zuiplapje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zuiplap.
- zwavel␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzwavelen. — w. Gebiedende wijs van uitzwavelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzwavelen.
Zie deze lijst voor:
| |