|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 21 woorden van tien letters bevattend met A, C, E, I, N en Zaangezicht aanzichten aanzichtje afzichtend afzichtten aircozalen ciderazijn comazuipen dichtzaten inzwachtel luizencape schierzand socializen Swazischen Zarchieten zaten␣dicht zetmachine zichtassen zichtten␣af zinsaccent zwachtel␣in 24 definities gevonden- aangezicht — n. Voorzijde van het hoofd, met daarin de ogen, neus en mond. — n. (Figuurlijk) manier waarop iets zich laat zien.
- aanzichten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aanzicht.
- aanzichtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aanzicht.
- afzichtend — w. Onvoltooid deelwoord van afzichten.
- afzichtten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afzichten.
- aircozalen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aircozaal.
- ciderazijn — n. (Voeding) uit cider bereide azijn (wikidata: ciderazijn ).
- comazuipen — w. Inergatief alcohol consumeren totdat men het bewustzijn verliest.
- dichtzaten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van dichtzitten.
- inzwachtel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzwachtelen.
- luizencape — n. Een cape bedoeld om de overdracht van luizen via naast elkaar…
- schierzand — n. Fijne zandlaag met een grijzige kleur.
- socializen — w. Communiceren op informele wijze (maar soms wel degelijk met…
- Swazischen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Swazische.
- Zarchieten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord Zarchiet.
- zaten␣dicht — w. Meervoud verleden tijd van dichtzitten.
- zetmachine — n. Machine waarmee men tekst kan zetten.
- zichtassen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zichtas.
- zichtten␣af — w. Meervoud verleden tijd van afzichten.
- zinsaccent — n. Het woord van een zin waar de nadruk op gelegd wordt bij spreken.
- zwachtel␣in — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzwachtelen. — w. Gebiedende wijs van inzwachtelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inzwachtelen.
Zie deze lijst voor:
| |