|
Lijst met woorden van 10 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 19 woorden van tien letters bevattend met A, G, J, N, T en Uargumentje conjugatie conjugatus dagmenutje figurantje glaspuntje hangpuntje hangstukje jaagden␣uit jaag␣uiteen leguaantje neukgatjes neusgatjes nijlgautje puntslagje uiteenjaag uitjaagden zangstukje zijuitgang 22 definities gevonden- argumentje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord argument.
- conjugatie — n. (Medisch) binding. — n. (Taalkunde) vervoeging van een werkwoord.
- conjugatus — bijv. (Medisch) gekoppeld.
- dagmenutje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord dagmenu.
- figurantje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord figurant.
- glaspuntje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord glaspunt.
- hangpuntje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord hangpunt.
- hangstukje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord hangstuk.
- jaagden␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitjagen.
- jaag␣uiteen — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uiteenjagen. — w. Gebiedende wijs van uiteenjagen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uiteenjagen.
- leguaantje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord leguaan.
- neukgatjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord neukgat.
- neusgatjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord neusgat.
- nijlgautje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord nijlgau.
- puntslagje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord puntslag.
- uiteenjaag — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uiteenjagen.
- uitjaagden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van uitjagen.
- zangstukje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zangstuk.
- zijuitgang — n. Uitgang aan de zijkant van een gebouw.
Zie deze lijst voor:
| |