|
Lijst met woorden van 11 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 15 woorden van elf letters bevattend met 2A, D, G en 2Tdraait␣terug gedaantetje gereedstaat goedpraatte handtasting praatte␣goed staat␣gereed staatkundig stadsgracht standvastig tegenstaand tenietgaand terugdraait uitvaardigt vaardigt␣uit 27 definities gevonden- draait␣terug — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugdraaien. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugdraaien. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van terugdraaien.
- gedaantetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord gedaante.
- gereedstaat — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gereedstaan. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gereedstaan.
- goedpraatte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van goedpraten.
- handtasting — n. (Verouderd) Het tasten, grijpen, vatten van iemands hand, of… — n. Betasting met de hand.
- praatte␣goed — w. Enkelvoud verleden tijd van goedpraten.
- staat␣gereed — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gereedstaan. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gereedstaan. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van gereedstaan.
- staatkundig — bijv. Betrekking hebbend op de staatkunde. — bijv. Betrekking hebbend op de staat.
- stadsgracht — n. Kanaal in een stad. — n. Kanaal om een stad heen als deel van de verdedigingswerken.
- standvastig — bijv. Iets volhouden en niet opgeven.
- tegenstaand — w. Onvoltooid deelwoord van tegenstaan.
- tenietgaand — w. Onvoltooid deelwoord van tenietgaan.
- terugdraait — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugdraaien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugdraaien.
- uitvaardigt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvaardigen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvaardigen.
- vaardigt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvaardigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitvaardigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitvaardigen.
Zie deze lijst voor:
| |