|
Lijst met woorden van 11 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 15 woorden van elf letters bevattend met A, B, I, 2O en Vbladvlooien boventonica gaan␣voorbij gaat␣voorbij kwam␣voorbij stak␣voorbij vaar␣voorbij vibratoloos vlooienband voetbalkooi voorbijgaan voorbijgaat voorbijkwam voorbijstak voorbijvaar 23 definities gevonden- bladvlooien — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord bladvlo. — n. Meervoudsvorm als officiële benaming (halfvleugeligen) Psyllidae…
- boventonica — n. (Muziek): een toon of akkoord op de tweede toon van een toonladder.
- gaan␣voorbij — w. Meervoud tegenwoordige tijd van voorbijgaan.
- gaat␣voorbij — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijgaan. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijgaan. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorbijgaan.
- kwam␣voorbij — w. Enkelvoud verleden tijd van voorbijkomen.
- stak␣voorbij — w. Enkelvoud verleden tijd van voorbijsteken.
- vaar␣voorbij — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijvaren. — w. Gebiedende wijs van voorbijvaren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijvaren.
- vibratoloos — bijv. Zonder vibrato.
- vlooienband — n. Een band om de nek van een hond of kat die de hond of kat moet…
- voetbalkooi — n. Een omheind stuk grond bestemd om te voetballen en de bal binnen te houden.
- voorbijgaan — w. Ergatief langs een bepaald punt gaan. — w. Ergatief tot verleden gaan behoren. — w. Inergatief niet in beschouwing nemen.
- voorbijgaat — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijgaan. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijgaan.
- voorbijkwam — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voorbijkomen.
- voorbijstak — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voorbijsteken.
- voorbijvaar — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijvaren.
Zie deze lijst voor:
| |