|
Lijst met woorden van 11 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 18 woorden van elf letters bevattend met A, G, M, 2O en Pagronoompje angioompjes boogarmpjes booglampjes boograampje campanoloog gooiarmpjes klapt␣omhoog langpootmug logatoompje omhoogklapt onopgemaakt pagodebomen primatologe primatoloog prolegomena slagboompje spoorwegman 22 definities gevonden- agronoompje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord agronoom.
- angioompjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord angioom.
- boogarmpjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord boogarm.
- booglampjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord booglamp.
- boograampje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord boograam.
- campanoloog — n. (Beroep) houdt zich bezig met leer en kennis van de klokkenspelen.
- gooiarmpjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord gooiarm.
- klapt␣omhoog — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omhoogklappen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omhoogklappen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omhoogklappen.
- langpootmug — n. (Insecten) Tipula mug met buitengewoon lange broze poten.
- logatoompje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord logatoom.
- omhoogklapt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd… — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omhoogklappen.
- onopgemaakt — bijv. Van een gezicht nog niet opgemaakt, zonder make up. — bijv. Van een bed dat het nog niet is opgemaakt.
- pagodebomen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pagodeboom.
- primatologe — n. (Beroep) vrouwelijke vorm van primatoloog.
- primatoloog — n. (Beroep) deskundige op het gebied van de primaten.
- prolegomena — n. Inleiding op een verhandeling.
- slagboompje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord slagboom.
- spoorwegman — n. (Spoorwegen) iemand die werk bij een spoorwegbedrijf.
Zie deze lijst voor:
| |