|
Lijst met woorden van 7 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van zeven letters bevattend met A, 2E, F, N en Tafbeent afbeten af␣en␣toe afetend afmeten afneemt afteken afteren afweten beent␣af beten␣af faketen geeft␣na leeft␣na meten␣af nafeest nageeft naleeft neemt␣af tafelen teken␣af teren␣af weten␣af 42 definities gevonden- afbeent — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbenen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbenen.
- afbeten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afbijten.
- af␣en␣toe — bijw. Op onregelmatige tijden, met tussenpozen.
- afetend — w. Onvoltooid deelwoord van afeten.
- afmeten — w. Overgankelijk door meting een bepaalde hoeveelheid van een… — w. Overgankelijk ~ aan als maatstaf voor iets gebruiken.
- afneemt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afnemen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afnemen.
- afteken — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftekenen.
- afteren — w. Voltooien van het teren. — w. Na afloop van een feest door blijven gaan; meedoen aan een after-party.
- afweten — w. Inergatief iets ~ van: kennis bezitten op een bepaald gebied. — w. Het laten weten dat iets niet doorgaat. — w. (Figuurlijk) laten ~: het zonder kennisgeving in gebreke blijven.
- beent␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afbenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afbenen.
- beten␣af — w. Meervoud verleden tijd van afbijten.
- faketen — w. Meervoud verleden tijd van faken.
- geeft␣na — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nageven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nageven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van nageven.
- leeft␣na — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naleven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naleven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van naleven.
- meten␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afmeten.
- nafeest — n. Feestelijke bijeenkomst als het eigenlijke feest is afgelopen.
- nageeft — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nageven. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nageven.
- naleeft — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naleven. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naleven.
- neemt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afnemen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afnemen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afnemen.
- tafelen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord tafel. — w. Inergatief aan tafel zitten om te eten.
- teken␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftekenen. — w. Gebiedende wijs van aftekenen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftekenen.
- teren␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afteren.
- weten␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afweten.
Zie deze lijst voor:
| |