|
Lijst met woorden van 7 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 13 woorden van zeven letters bevattend met A, E, F, I, L en Tafleidt afliegt aflikte afpeilt aftilde afzeilt elatief leidt␣af liegt␣af likte␣af peilt␣af tilde␣af zeilt␣af 26 definities gevonden- afleidt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afleiden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afleiden.
- afliegt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afliegen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afliegen.
- aflikte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aflikken.
- afpeilt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpeilen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpeilen.
- aftilde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aftillen.
- afzeilt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzeilen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzeilen.
- elatief — n. (Taalkunde) absolute superlatief. — n. (Taalkunde) naamval die beweging naar buiten aanduidt.
- leidt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afleiden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afleiden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afleiden.
- liegt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afliegen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afliegen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afliegen.
- likte␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van aflikken.
- peilt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpeilen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpeilen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afpeilen.
- tilde␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van aftillen.
- zeilt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzeilen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afzeilen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afzeilen.
Zie deze lijst voor:
| |