|
Lijst met woorden van 7 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 21 woorden van zeven letters bevattend met A, E, F, L, S en Tafklets aflaste afleest afloste afsleet afsmelt afsnelt afstelt flanste flashte flatjes klaftes klets␣af laste␣af leest␣af loste␣af sleet␣af smelt␣af snelt␣af staffel stelt␣af 36 definities gevonden- afklets — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkletsen.
- aflaste — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aflassen.
- afleest — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflezen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflezen.
- afloste — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aflossen.
- afsleet — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afslijten.
- afsmelt — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsmelten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsmelten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsmelten.
- afsnelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsnellen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsnellen.
- afstelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstellen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstellen.
- flanste — w. Enkelvoud verleden tijd van flansen.
- flashte — w. Enkelvoud verleden tijd van flashen.
- flatjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord flat.
- klaftes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord klafte.
- klets␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkletsen. — w. Gebiedende wijs van afkletsen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkletsen.
- laste␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van aflassen.
- leest␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflezen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflezen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aflezen.
- loste␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van aflossen.
- sleet␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afslijten.
- smelt␣af — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van afsmelten#gebiedende wijs van afsmelten.
- snelt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsnellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsnellen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afsnellen.
- staffel — n. (Economie) rente berekend over een bedrag op een rekening-courant… — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van staffelen. — w. Gebiedende wijs van staffelen.
- stelt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstellen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afstellen.
Zie deze lijst voor:
| |