|
Lijst met woorden van 7 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 14 woorden van zeven letters bevattend met A, I, S, 2T en Uafstuit last␣uit spat␣uit stak␣uit stal␣uit stap␣uit stuit␣af uitlast uitspat uitstak uitstal uitstap uitwast wast␣uit 30 definities gevonden- afstuit — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstuiten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstuiten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstuiten.
- last␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlassen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlassen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitlassen.
- spat␣uit — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspatten#gebiedende wijs van uitspatten.
- stak␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitsteken.
- stal␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstallen. — w. Gebiedende wijs van uitstallen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstallen.
- stap␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstappen. — w. Gebiedende wijs van uitstappen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstappen.
- stuit␣af — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van afstuiten#gebiedende wijs van afstuiten.
- uitlast — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlassen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitlassen.
- uitspat — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspatten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspatten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitspatten.
- uitstak — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitsteken.
- uitstal — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstallen.
- uitstap — n. (Meestal verkleinwoord) een (meestal korte) reis. — n. Het verlaten van een verband of een voertuig. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstappen.
- uitwast — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwassen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwassen.
- wast␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwassen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitwassen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitwassen.
Zie deze lijst voor:
| |