|
Lijst met woorden van 8 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 22 woorden van acht letters bevattend met 2A, E, F, P en Safhaspel afpassen afpasten afraspen afraspte afsappel afspande afspanen afspatte afstapje afstapte haspel␣af passen␣af pasten␣af raspen␣af raspte␣af sappel␣af slapte␣af spande␣af spanen␣af spatte␣af stapte␣af 27 definities gevonden- afhaspel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhaspelen.
- afpassen — w. Overgankelijk nauwkeurig afmeten.
- afpasten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afpassen.
- afraspen — w. Met een rasp iets vanaf de buitenkant verwijderen.
- afraspte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afraspen.
- afsappel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsappelen.
- afspande — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afspannen.
- afspanen — w. Met een spaan grote delen van een min of meer weke stof zoals boter afnemen. — w. Met een spaan room of schuim verwijderen.
- afspatte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afspatten.
- afstapje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord afstap.
- afstapte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afstappen.
- haspel␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhaspelen. — w. Gebiedende wijs van afhaspelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhaspelen.
- passen␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afpassen.
- pasten␣af — w. Meervoud verleden tijd van afpassen.
- raspen␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afraspen.
- raspte␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afraspen.
- sappel␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsappelen. — w. Gebiedende wijs van afsappelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsappelen.
- slapte␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afslappen.
- spande␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afspannen.
- spanen␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afspanen.
- spatte␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afspatten.
- stapte␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afstappen.
Zie deze lijst voor:
| |