|
Lijst met woorden van 8 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 20 woorden van acht letters bevattend met 2A, I, L, S en Uaansluip aansluit aartslui aurelia's blaas␣uit Claudia's juliaans Juliana's luiaards raadslui sinusaal slaan␣uit slaap␣uit slaat␣uit sluip␣aan sluit␣aan uitblaas uitslaan uitslaap uitslaat 36 definities gevonden- aansluip — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansluipen.
- aansluit — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansluiten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansluiten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansluiten.
- aartslui — bijv. Heel erg lui, uiterst lui.
- aurelia's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord aurelia.
- blaas␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblazen. — w. Gebiedende wijs van uitblazen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblazen.
- Claudia's — eig. Genitief van Claudia.
- juliaans — bijv. (Geschiedenis) van of met betrekking tot Julius Caesar. — bijv. (Tijdrekening) volgens de kalender die Julius Caesar invoerde… — bijv. (Astronomie) (informatica) volgens een stelsel waarin elke…
- Juliana's — eig. Genitief van Juliana.
- luiaards — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord luiaard. — n. Meervoudsvorm als officiële benaming (dierkunde) onderorde…
- raadslui — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord raadsman.
- sinusaal — bijv. (Medisch) met betrekking tot een holte (bijv. neusbijholte).
- slaan␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitslaan.
- slaap␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslapen. — w. Gebiedende wijs van uitslapen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslapen.
- slaat␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslaan. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslaan. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitslaan.
- sluip␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansluipen. — w. Gebiedende wijs van aansluipen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aansluipen.
- sluit␣aan — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van aansluiten#gebiedende wijs van aansluiten.
- uitblaas — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblazen.
- uitslaan — w. Overgankelijk door slaan iets eruit- of wegkrijgen. — w. Overgankelijk uiting geven, uiten. — w. Ergatief een wijzer of meter die een afwijkende beweging maakt.
- uitslaap — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslapen.
- uitslaat — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslaan. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslaan.
Zie deze lijst voor:
| |