|
Lijst met woorden van 8 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 24 woorden van acht letters bevattend met A, C, E, H, L en Nachelden achelend aflachen clashend clashten hachelen kachelen klachten lachen␣af lachende lichamen loeachen nachtbel plachten plancher planchet schalden schalend schaliën schalken schallen schalmen schralen slachten 30 definities gevonden- achelden — w. Meervoud verleden tijd van achelen.
- achelend — w. Onvoltooid deelwoord van achelen.
- aflachen — w. Heftig en langdurig lachen.
- clashend — w. Onvoltooid deelwoord van clashen.
- clashten — w. Meervoud verleden tijd van clashen.
- hachelen — w. Overgankelijk (Jiddisch-Hebreeuws) eten.
- kachelen — w. Kuieren, wandelen. — w. Ergatief (informeel) zich langzaam in een bepaalde richting voortbewegen. — w. Inergatief de actie van het langzaam richtingsloos voortbewegen.
- klachten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord klacht.
- lachen␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van aflachen.
- lachende — w. Verbogen vorm van lachend, het onvoltooid deelwoord van lachen.
- lichamen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord lichaam.
- loeachen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord loeach.
- nachtbel — n. (Huis)bel die men ’s nachts kan gebruiken om contact met iemand te maken.
- plachten — w. Meervoud verleden tijd van plegen.
- plancher — n. (Bouwkunde) langwerpige, vlak en recht afgezaagde stukken hout…
- planchet — n. Plankje, bv. boven wastafels.
- schalden — w. Meervoud verleden tijd van schallen.
- schalend — w. Onvoltooid deelwoord van schalen.
- schaliën — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schalie.
- schalken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schalk.
- schallen — w. Veel lawaai of geluid (laten) maken.
- schalmen — w. (Scheepvaart) luiken van een schip overdekken. — w. Iets gladmaken met een scherp gereedschap. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schalm.
- schralen — w. Armer of magerder maken. — w. Krimpen van de wind; meer van voren komen van de wind.
- slachten — w. Overgankelijk, (voeding), (religie) een dier doden voor het… — w. (Verouderd) lijken op.
Zie deze lijst voor:
| |