|
Lijst met woorden van 8 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 24 woorden van acht letters bevattend met A, C, E, H, P en Safscheep afschept chapeaus choetspa pachters panaches passechs pastechi pastiche pistache schaapje schampen schamper schampte schapers schapjes schappen scheep␣af scheprad schept␣af schrapen schraper schrapje schrapte 38 definities gevonden- afscheep — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschepen.
- afschept — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afscheppen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afscheppen.
- chapeaus — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord chapeau.
- choetspa — n. (Jiddisch-Hebreeuws) brutaliteit.
- pachters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pachter.
- panaches — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord panache.
- passechs — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord passech.
- pastechi — n. (Voeding) gerecht van fijn vlees en brooddeeg.
- pastiche — n. (Kunst) een document of ander kunstwerk zoals een toneel- of…
- pistache — n. (Plantkunde) groene amandel, Pistacia vera. — n. (Voeding) noot van de Pistacia vera. — n. (Jongerentaal) het op hetzelfde moment allebei hetzelfde zeggen.
- schaapje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord schaap. — n. (Vlinders) Acronicta leporina een nachtvlinder die behoort…
- schampen — w. Overgankelijk (vrijwel) stilstaand voorwerp rakelings treffen. — w. Wederkerig elkaar ~ als tegenliggers rakelings treffen.
- schamper — bijv. Van geringschatting getuigend, spottend. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schamperen. — w. Gebiedende wijs van schamperen.
- schampte — w. Enkelvoud verleden tijd van schampen.
- schapers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schaper.
- schapjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord schap.
- schappen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schap.
- scheep␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschepen. — w. Gebiedende wijs van afschepen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschepen.
- scheprad — n. (Techniek) rad met schoepen waarmee water uit iets geschept…
- schept␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afscheppen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afscheppen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afscheppen.
- schrapen — w. Overgankelijk de bovenste laag (met een scherp object) eraf halen, afkrabben. — w. Het ontdoen van de keel van slijm. — w. Inergatief het bijeenbrengen van bezit beetje bij beetje.
- schraper — n. Iemand die schraapt, een gierigaard. — n. Iets waarmee men kan schrapen.
- schrapje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord schrap.
- schrapte — w. Enkelvoud verleden tijd van schrappen.
Zie deze lijst voor:
| |