|
Lijst met woorden van 8 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 21 woorden van acht letters bevattend met A, E, F, L, P en Safhaspel afsappel afsleept afslepen afslopen afspeelt afspeldt afspelen afspoelt caféspel flappers haspel␣af sappel␣af slapte␣af sleept␣af slepen␣af slopen␣af speelt␣af speldt␣af spelen␣af spoelt␣af 43 definities gevonden- afhaspel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhaspelen.
- afsappel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsappelen.
- afsleept — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afslepen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afslepen.
- afslepen — w. Wegslepen. — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afslijpen.
- afslopen — w. Helemaal afbreken. — w. Zaken ergens vanaf breken.
- afspeelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspelen.
- afspeldt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspelden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspelden.
- afspelen — w. Overgankelijk opgenomen geluids- of beeldmateriaal opnieuw… — w. Overgankelijk tot het einde toe spelen. — w. Overgankelijk iets door veelvuldig bespelen bederven en onbruikbaar maken.
- afspoelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspoelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspoelen.
- caféspel — n. Spel gespeeld in of rond cafés.
- flappers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord flapper.
- haspel␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhaspelen. — w. Gebiedende wijs van afhaspelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhaspelen.
- sappel␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsappelen. — w. Gebiedende wijs van afsappelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsappelen.
- slapte␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afslappen.
- sleept␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afslepen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afslepen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afslepen.
- slepen␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afslepen. — w. Meervoud verleden tijd van afslijpen.
- slopen␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afslopen. — w. Meervoud verleden tijd van afsluipen.
- speelt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afspelen.
- speldt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspelden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspelden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afspelden.
- spelen␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afspelen.
- spoelt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspoelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afspoelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afspoelen.
Zie deze lijst voor:
| |