|
Lijst met woorden van 8 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 24 woorden van acht letters bevattend met A, E, H, N, O en Pchaperon haal␣open hakken␣op hakten␣op hakt␣open halfopen hangen␣op hang␣open hansopje harken␣op hoekpand openhaal openhakt openhang ophakken ophakten ophalend ophanden ophangen opharken pantheon wanhopen wanhoper warhopen 36 definities gevonden- chaperon — n. (Maatschappij) beschermende begeleider of begeleidster van een jonge dame.
- haal␣open — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openhalen. — w. Gebiedende wijs van openhalen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openhalen.
- hakken␣op — w. Meervoud tegenwoordige tijd van ophakken.
- hakten␣op — w. Meervoud verleden tijd van ophakken.
- hakt␣open — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openhakken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openhakken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van openhakken.
- halfopen — bijv. Van iets dat het niet helemaal open is maar ook niet helemaal gesloten. — bijv. Van een gebouw dat het wel een dak heeft maar waarbij de wanden open zijn. — bijv. Van een ruimte in een gebouw dat deze een ruime opening…
- hangen␣op — w. Meervoud tegenwoordige tijd van ophangen.
- hang␣open — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openhangen. — w. Gebiedende wijs van openhangen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openhangen.
- hansopje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord hansop.
- harken␣op — w. Meervoud tegenwoordige tijd van opharken.
- hoekpand — n. Een gebouw dat op de hoek van een straat staat.
- openhaal — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openhalen.
- openhakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openhakken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openhakken.
- openhang — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van openhangen.
- ophakken — w. Een groter geheel in (te) kleine delen verdelen. — w. Opscheppen.
- ophakten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van ophakken.
- ophalend — w. Onvoltooid deelwoord van ophalen.
- ophanden — bijw. Binnenkort te verwachten.
- ophangen — w. Overgankelijk iets in een hangende positie bevestigen. — w. Inergatief een telefoongesprek beëindigen. — w. Overgankelijk aan de galg opknopen.
- opharken — w. Overgankelijk met een hark op een hoop vegen.
- pantheon — n. (Mythologie) de godenwereld (het geheel aan goden) van de (met…
- wanhopen — w. Inergatief denken dat de zaken niet meer ten goede kunnen keren.
- wanhoper — n. Iemand die denkt dat de zaken niet meer ten goede kunnen keren.
- warhopen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord warhoop.
Zie deze lijst voor:
| |