|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 23 woorden van negen letters bevattend met 3A, D, F en Gafdeklaag afgezaagd afgraasde afjaagden afknaagde afraagden afvaagden afvaardig afvraagde afzaagden diafragma gigafarad graasde␣af jaagden␣af knaagde␣af landgraaf megafarad octaafdag raagden␣af vaagden␣af vaardig␣af vraagde␣af zaagden␣af 28 definities gevonden- afdeklaag — n. Een laag die zorgt dat twee zaken niet met elkaar in contact kunnen komen.
- afgezaagd — bijv. Saai, alledaags, overbekend.
- afgraasde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afgrazen.
- afjaagden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afjagen.
- afknaagde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afknagen.
- afraagden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afragen.
- afvaagden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afvagen.
- afvaardig — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvaardigen.
- afvraagde — w. (Verouderd), (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afvragen.
- afzaagden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afzagen.
- diafragma — n. (Optica) (fotografie) de opening in een lichtdichte laag in… — n. (Biologie) middenrif. — n. Tussenwand van poreus materiaal, bv. gebruikt bij elektrolyse.
- gigafarad — n. (Natuurkunde), (eenheid) een eenheid voor elektrische capaciteit…
- graasde␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afgrazen.
- jaagden␣af — w. Meervoud verleden tijd van afjagen.
- knaagde␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afknagen.
- landgraaf — n. (Leenstelsel), (adel) (geschiedenis) onmiddellijk aan de koning… — n. (Historisch) (militair) diepe sloot of aarden wal ter bescherming…
- megafarad — n. (Natuurkunde), (eenheid) een eenheid voor elektrische capaciteit…
- octaafdag — n. De achtste dag na een bepaalde gebeurtenis.
- raagden␣af — w. Meervoud verleden tijd van afragen.
- vaagden␣af — w. Meervoud verleden tijd van afvagen.
- vaardig␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvaardigen. — w. Gebiedende wijs van afvaardigen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvaardigen.
- vraagde␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afvragen.
- zaagden␣af — w. Meervoud verleden tijd van afzagen.
Zie deze lijst voor:
| |