|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 19 woorden van negen letters bevattend met 2A, C, H, O en Saanschoof aanschoot aanschopt aanschouw aardschok aardschol chadasjot fokschaap gazpacho's laadschop lachsalvo opschaalt sacharose schaalt␣op schaambot schoof␣aan schootaan schoot␣aan schopt␣aan 28 definities gevonden- aanschoof — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanschuiven.
- aanschoot — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanschieten.
- aanschopt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschoppen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschoppen.
- aanschouw — n. (Verouderd) aanblik, gezicht. — n. In ~ nemen onder ogen nemen, in de beschouwing betrekken. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschouwen.
- aardschok — n. (Seismologie) een plotselinge aardbeving.
- aardschol — n. (Aardrijkskunde) een continentale plaat.
- chadasjot — bijv. (Jiddisch-Hebreeuws) nieuwe (alleen in onderstaande verbinding).
- fokschaap — n. Schaap om mee te fokken. — n. Woord waarin alle medeklinkers voorkomen waarna een t volgt…
- gazpacho's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord gazpacho.
- laadschop — n. (Werktuigbouwkunde) machine waarmee men kan graven.
- lachsalvo — n. Een zeer luidruchtige lachbui.
- opschaalt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschalen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschalen.
- sacharose — n. (Scheikunde), (voeding) een disacharide, bestaande uit een…
- schaalt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschalen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opschalen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opschalen.
- schaambot — n. (Anatomie) het middelste en voorste deel van het heupbeen.
- schoof␣aan — w. Enkelvoud verleden tijd van aanschuiven.
- schootaan — n. Dagelijkse borrel voor het maal.
- schoot␣aan — w. Enkelvoud verleden tijd van aanschieten.
- schopt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschoppen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschoppen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanschoppen.
Zie deze lijst voor:
| |