Lijst met woorden van 9 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 22 woorden van negen letters bevattend met 2A, E, F, H en Tafhaakten afhandelt afharkten afhaspelt aflachten afschafte afwachten afwachtte beschaaft haakten␣af haatbrief handelt␣af hangtafel harkten␣af hartfalen haspelt␣af jaarhelft lachten␣af nachtcafé schafte␣af wachten␣af wachtte␣af 31 definities gevonden- afhaakten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afhaken.
- afhandelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhandelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhandelen.
- afharkten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van afharken.
- afhaspelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhaspelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhaspelen.
- aflachten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aflachen.
- afschafte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afschaffen.
- afwachten — w. Overgankelijk wachten op wat er gaat gebeuren.
- afwachtte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afwachten.
- beschaaft — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschaven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beschaven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beschaven.
- haakten␣af — w. Meervoud verleden tijd van afhaken.
- haatbrief — n. Brief vol kwetsende en bedreigende opmerkingen.
- handelt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhandelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhandelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afhandelen.
- hangtafel — n. (Meubel) een tafel waaraan men kan staan of hangen. — n. Statafel.
- harkten␣af — w. Meervoud verleden tijd van afharken.
- hartfalen — n. (Medisch) een aandoening waarbij het hart niet meer in staat…
- haspelt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhaspelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhaspelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afhaspelen.
- jaarhelft — n. De helft van een kalenderjaar.
- lachten␣af — w. Meervoud verleden tijd van aflachen.
- nachtcafé — n. Een kroeg die tot diep in de nacht open is.
- schafte␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afschaffen.
- wachten␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afwachten.
- wachtte␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afwachten.
Zie deze lijst voor:
|