|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 16 woorden van negen letters bevattend met 2A, F, H, L en Tafhandelt afhaspelt aflachten afschaalt fluithaas halfnaakt halfzacht handelt␣af hangtafel hartfalen haspelt␣af hoofdtaal jaarhelft lachten␣af lafhartig schaalt␣af 27 definities gevonden- afhandelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhandelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhandelen.
- afhaspelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhaspelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhaspelen.
- aflachten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van aflachen.
- afschaalt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschalen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschalen.
- fluithaas — n. (Haasachtigen) Ochotona individu uit het enige nog levende…
- halfnaakt — bijv. Half gekleed maar ook half ontkleed.
- halfzacht — bijv. (Van karakter) variërend van ’niet doortastend genoeg’ tot… — bijv. (Kookkunst) (van eieren) niet hard en niet snotterig.
- handelt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhandelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhandelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afhandelen.
- hangtafel — n. (Meubel) een tafel waaraan men kan staan of hangen. — n. Statafel.
- hartfalen — n. (Medisch) een aandoening waarbij het hart niet meer in staat…
- haspelt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhaspelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afhaspelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afhaspelen.
- hoofdtaal — n. De belangrijkste of officiele taal van een land.
- jaarhelft — n. De helft van een kalenderjaar.
- lachten␣af — w. Meervoud verleden tijd van aflachen.
- lafhartig — bijv. Slap en laf.
- schaalt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschalen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschalen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afschalen.
Zie deze lijst voor:
| |