|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 22 woorden van negen letters bevattend met A, C, F, H, S en Uaanschuif afscheurt afschudde afschuift afschuimt afschuint afschuren afschutte afschuurt fugatisch schaftuur scheurt␣af schudde␣af schuif␣aan schuifafs schuifdak schuift␣af schuimt␣af schuint␣af schuren␣af schutte␣af schuurt␣af 40 definities gevonden- aanschuif — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschuiven.
- afscheurt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afscheuren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afscheuren.
- afschudde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afschudden.
- afschuift — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschuiven. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschuiven.
- afschuimt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschuimen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschuimen.
- afschuint — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschuinen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschuinen.
- afschuren — w. Overgankelijk door schuren gladmaken.
- afschutte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afschutten.
- afschuurt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschuren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschuren.
- fugatisch — bijv. (Muziek) als een fuga.
- schaftuur — n. Tijdstip dat arbeiders rusten en eten; periode van ongeveer…
- scheurt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afscheuren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afscheuren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afscheuren.
- schudde␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afschudden.
- schuif␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschuiven. — w. Gebiedende wijs van aanschuiven. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschuiven.
- schuifafs — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord schuifaf.
- schuifdak — n. Dak van een cabriolet dat door schuiven gesloten kan worden bij slecht weer. — n. Dak van een gebouw dat opengeschoven kan worden.
- schuift␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschuiven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschuiven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afschuiven.
- schuimt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschuimen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschuimen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afschuimen.
- schuint␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschuinen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschuinen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afschuinen.
- schuren␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afschuren.
- schutte␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afschutten.
- schuurt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschuren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschuren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afschuren.
Zie deze lijst voor:
| |