|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 18 woorden van negen letters bevattend met A, C, H, N, R en Uaanscheur aanschurk aanschuur afschuren anchorlui chanteurs chicaneur lunarisch nachtrust nachturen scharluin scheur␣aan schnauzer schuren␣af schurk␣aan schuur␣aan trancheur turncoach 25 definities gevonden- aanscheur — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanscheuren.
- aanschurk — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschurken.
- aanschuur — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschuren.
- afschuren — w. Overgankelijk door schuren gladmaken.
- anchorlui — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord anchorman.
- chanteurs — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord chanteur.
- chicaneur — n. Iemand die gewoonlijk chicaneert.
- lunarisch — bijv. M.b.t. de maan.
- nachtrust — n. Een periode in de nacht met weinig of geen activiteit, de slaap.
- nachturen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord nachtuur.
- scharluin — n. (Verouderd) landloper. — n. (Verouderd) iemand die niet deugt, schalk, schavuit.
- scheur␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanscheuren. — w. Gebiedende wijs van aanscheuren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanscheuren.
- schnauzer — n. Bepaald Duits hondenras.
- schuren␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afschuren.
- schurk␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschurken. — w. Gebiedende wijs van aanschurken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschurken.
- schuur␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschuren. — w. Gebiedende wijs van aanschuren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanschuren.
- trancheur — n. (Beroep) iemand die trancheert, een voorsnijder.
- turncoach — n. Oefenmeester, trainer, begeleider van turners.
Zie deze lijst voor:
| |