|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 24 woorden van negen letters bevattend met A, D, E, G, I en Zafzending afzuigend bazigheid dagreizen inzaagden inzagende nazingend pizzadeeg uitzaagde uitzagend verzadigd verzadigt verzaligd wazigheid zaagden␣in zaagde␣uit zaligende zaligheid zeildagen ziekdagen ziekendag ziektedag zigzagden zwadderig 35 definities gevonden- afzending — n. Plaats vanwaar iets verstuurd is.
- afzuigend — w. Onvoltooid deelwoord van afzuigen.
- bazigheid — n. De mate waarin iemand autoritair gedrag vertoont.
- dagreizen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord dagreis.
- inzaagden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van inzagen.
- inzagende — w. Verbogen vorm van inzagend, het onvoltooid deelwoord van inzagen.
- nazingend — w. Onvoltooid deelwoord van nazingen.
- pizzadeeg — n. (Voeding) deeg voor het maken van de bodem van een pizza.
- uitzaagde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitzagen.
- uitzagend — w. Onvoltooid deelwoord van uitzagen.
- verzadigd — bijv. Genoeg hebbend (van), doordat men er voldoende of te veel… — bijv. Alles opgenomen hebbend wat mogelijk is (b.v. water in een spons). — bijv. (Scheikunde) met een enkelvoudige C-C binding tussen twee…
- verzadigt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzadigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzadigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verzadigen.
- verzaligd — bijv. Heel erg blij.
- wazigheid — n. Slecht zichtbaarheid alsof er een nevel voor hangt. — n. (Figuurlijk) onduidelijkheid als gevolg van vage uitingen.
- zaagden␣in — w. Meervoud verleden tijd van inzagen.
- zaagde␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitzagen.
- zaligende — w. Verbogen vorm van zaligend, het onvoltooid deelwoord van zaligen.
- zaligheid — n. (Religie) een toestand waarin men gerechtvaardigd is tegenover God. — n. Overdrachtelijk iets geweldig fijns.
- zeildagen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord zeildag.
- ziekdagen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ziekdag.
- ziekendag — n. Dag waarop iemand ziek is en vrij heeft genomen van zijn of haar werk. — n. Een dag die speciaal is ingericht voor de ziekenzalving. — n. Een dag waarop activiteiten speciaal voor zieken (en/of ouderen)…
- ziektedag — n. Een dag dat men ziek is. — n. Een dag dat men door ziekte niet kan werken.
- zigzagden — w. Meervoud verleden tijd van zigzaggen.
- zwadderig — bijv. (Verouderd) als manier van schilderen: losjes schilderen. — bijv. (Verouderd) van hoofdhaar: golvend, fladderend bewegen. — bijv. Onrein, troebel, vuil.
Zie deze lijst voor:
| |