|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 17 woorden van negen letters bevattend met A, E, J, M en 2Rarmhartje bakerrijm jaarritme kramertje majoreert majoreren markertje marmertje martertje meerjarig mijmeraar ramarkjes rammertje rampjaren rijmelaar tramritje verramsjt 24 definities gevonden- armhartje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord armhart.
- bakerrijm — n. Kinderversje dat kindermeisjes voor kinderen zingen. — n. Kinderlied, kinderrijm, kindervers, wiegelied, slaaplied.
- jaarritme — n. Een vast ritme voor mensen hoe een jaar ingedeeld is. — n. Een vast patroon die voor iedere jaar (bijna) hetzelfde is of vergelijkbaar.
- kramertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kramer.
- majoreert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van majoreren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van majoreren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van majoreren.
- majoreren — w. Onovergankelijk (financieel) (bij de uitgifte van aandelen…
- markertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord marker.
- marmertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord marmer.
- martertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord marter.
- meerjarig — bijv. Langer dan één jaar, met een tijdsduur waarin de aarde meerdere… — bijv. (Plantkunde) pas bloeiend na een groei die verscheidene jaren duurt.
- mijmeraar — n. Iemand die zwaarmoedig peinst, droomt of denkt.
- ramarkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord ramark.
- rammertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord rammer.
- rampjaren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord rampjaar.
- rijmelaar — n. (Pejoratief) iemand die slechte, eenvoudige, simpele rijmpjes maakt.
- tramritje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tramrit.
- verramsjt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verramsjen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verramsjen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van verramsjen.
Zie deze lijst voor:
| |