|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 22 woorden van negen letters bevattend met A, F, I, 2T en Uaanstuift afsnuitte afstruint afstuiten afstuitte facturist faculteit fiatteurs flapte␣uit graaft␣uit rafelt␣uit refutatie situatief snuitte␣af struint␣af stuift␣aan stuiten␣af stuitte␣af tuintafel uitflapte uitgraaft uitrafelt 38 definities gevonden- aanstuift — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanstuiven. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanstuiven.
- afsnuitte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afsnuiten.
- afstruint — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstruinen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstruinen.
- afstuiten — w. Door botsen stuiten zonder dat iets doorboord wordt en verdergaan… — w. Door botsen niet verder kunnen in de richting waarin iets ging.
- afstuitte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afstuiten.
- facturist — n. (Beroep) iemand die met het opmaken van de facturen is belast.
- faculteit — n. (Onderwijs) elk van de hoofdafdelingen van een universiteit of hogeschool. — n. (Onderwijs) het college van hoogleraren, al dan niet met het… — n. (Wiskunde) product van een reeks factoren die telkens met één…
- fiatteurs — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord fiatteur.
- flapte␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitflappen.
- graaft␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgraven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgraven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitgraven.
- rafelt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrafelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrafelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitrafelen.
- refutatie — n. (Juridisch) afwijzing, weigering. — n. Weerlegging, tegenargument.
- situatief — bijv. Met betrekking tot een geheel van omstandigheden.
- snuitte␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afsnuiten.
- struint␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstruinen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstruinen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afstruinen.
- stuift␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanstuiven. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanstuiven. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanstuiven.
- stuiten␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afstuiten.
- stuitte␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afstuiten.
- tuintafel — n. (Meubel) een tafel die in de tuin kan staan.
- uitflapte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitflappen.
- uitgraaft — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgraven. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitgraven.
- uitrafelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrafelen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitrafelen.
Zie deze lijst voor:
| |