|
Lijst met woorden van 9 letters bevattend met ••••• Snelle modus Klik om een zevende letter toe te voegen
Klik om een letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 18 woorden van negen letters bevattend met A, 2S, 2T en Vgespt␣vast roest␣vast slaat␣vast slijtvast staan␣vast staat␣vast stapvoets stelt␣vast stond␣vast tekstvast tv-kastjes vastgespt vastroest vastslaat vaststaan vaststaat vaststelt vaststond 34 definities gevonden- gespt␣vast — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastgespen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastgespen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vastgespen.
- roest␣vast — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van vastroesten#gebiedende wijs…
- slaat␣vast — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastslaan. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastslaan. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vastslaan.
- slijtvast — bijv. Heel goed bestand zijn tegen langdurig gebruik.
- staan␣vast — w. Meervoud tegenwoordige tijd van vaststaan.
- staat␣vast — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vaststaan. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vaststaan. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vaststaan.
- stapvoets — bijw. In de stap. — bijw. Langzaam.
- stelt␣vast — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vaststellen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vaststellen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vaststellen.
- stond␣vast — w. Enkelvoud verleden tijd van vaststaan.
- tekstvast — bijv. In staat om tekst correct te onthouden.
- tv-kastjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord tv-kast.
- vastgespt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastgespen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastgespen.
- vastroest — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastroesten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastroesten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastroesten.
- vastslaat — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastslaan. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastslaan.
- vaststaan — w. Zeker zijn. — w. Onveranderlijk zijn, onbeweegbaar stilstaan.
- vaststaat — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vaststaan. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vaststaan.
- vaststelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vaststellen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vaststellen.
- vaststond — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van vaststaan.
Zie deze lijst voor:
| |